Wat is er nieuw aan nepnieuws?
Nepnieuws is natuurlijk van alle tijden, maar het gemak van het maken en verspreiden van misinformatie (onwaarheden) of desinformatie (bewust gecreëerde onwaarheden) is toegenomen op een manier die nepnieuws via gestencilde blaadjes en obscure radiostations doet verbleken. Ook als het gaat om mainstream media was er natuurlijk altijd een maatschappelijke elite die invloed had op de nieuwsvoorziening. Ons beeld van de werkelijkheid wordt door media altijd vertekend om te kunnen passen in de heersende orde. Een groot deel van die vertekening was echter nog wel te herleiden tot eigenaarschap, lobby-activiteiten of politieke beïnvloeding. Dat is nu veel moeilijker, zo niet onmogelijk. Sociale media zijn in handen van een beperkte groep bedrijven, die op ondoorzichtige wijze de belangen van hun financiers dienen. Het belangrijkste belang van is samen te vatten als: veel online aandacht, veel data verzamelen en op basis hiervan veel advertenties verkopen. Deze beperkte groep bedrijven bieden digitale diensten via online platforms of complete ecosystemen van diensten (e-mail, berichten, nieuws, video, persoonlijke pagina’s, markten, foto’s, gezondheid enz.). Als het om nieuws gaat bepalen deze bedrijven in toenemende mate in welke volgorde je welk stukje werkelijkheid te krijt zien, in welke context, vanuit welk perspectief en in combinatie met welke andere informatie. Een belangrijk deel van deze informatie bestaat uit nepnieuws.
Online platforms zijn stap voor stap een steeds grotere rol gaan spelen in de digitale nieuwsvoorziening. Primair zijn platforms bemiddelaars tussen hun klanten en content in de vorm van online berichten, afbeeldingen en filmpjes. Voor de komst van smartphones en sociale media waren platforms vooral de slimme verzamelaars van nieuws. Met één trefwoord boden ze nieuws uit verschillende bronnen. Handig. Daarmee trokken ze advertentie inkomsten weg bij traditionele nieuwsmedia.
De komst van smartphones en de explosie in het gebruik van sociale media bracht een nieuwe fase in de verhouding tussen traditionele nieuwsmedia en online platforms. Allereerst werden gebruikers van online platforms steeds minder nieuwsvragers en nieuwszoekers, maar de ontvangers van door het platform bepaalde content. In de tweede plaats veranderde de mix van gepresenteerd nieuws: Op de tijdlijn van sociale media kwam een mix van nieuws uit journalistieke bronnen, nieuws uit niet-journalistieke bronnen en persoonlijke berichten, al dan niet van bekenden. In de mix werd de rol van doorsturen van berichten steeds groter. Ook dat doorsturen bevindt zich in de greep van de algoritmen van de platforms: je kunt een bericht nog steeds doorsturen aan een geselecteerde persoon of groep, maar in toenemende mate worden berichten gepost voor het algemene publiek en de platforms bepalen naar wie die berichten worden doorgestuurd.
Iedereen die gebruik maakt van de online platforms is nog steeds de bediener van een eigen apparaat, maar om te begrijpen wat de impact is van online platforms op de nieuwsvoorziening zou je je moeten voorstellen dat je in je eigen auto stapt, je start die auto, kiest een radiostation en begint te rijden, je volgt je route op een digitale kaart die geleverd wordt door het radiostation. tot zover alles goed. Maar nog voor je de online weergave van je straat uit bent bepaalt een geautomatiseerd mechanisme van dat radiostation waar je heen rijdt en wat je door je ruiten te zien krijgt. Je denkt dat je in realiteit rijdt, maar het beeld op je ruiten correspondeert niet met die realiteit. Terwijl je denkt door een groen bos te rijden ligt er om je auto een dorre woestijn (of andersom). Tech bedrijven zijn op deze manier de redacteuren van onze realiteit. Nepnieuws vormt een belangrijk deel van de content die ze daarbij gebruiken.
Nepnieuws negeren?
Kunnen we nepnieuws negeren als een hinderlijk, maar relatief onschadelijk verschijnsel? Welke effecten heeft die toenemende online productie en verspreiding van misinformatie en desinformatie eigenlijk en in hoeverre is dat schadelijk?
Om te beginnen: de meeste mensen gedragen zich niet voortdurend als kritische consumenten van nieuws, maar ook het omgekeerde is niet het geval: we zijn geen weerloze slachtoffers van nepnieuws. Uit onderzoek blijkt dat nieuws niet snel onze overtuigingen doet veranderen en dat we nieuws vooral gebruiken om onze bestaande overtuigingen te versterken. Maar door grote hoeveelheden en herhaling heeft nepnieuws wel degelijk invloed op ons gedrag. Een klein beetje invloed bij grote groepen (vooral twijfel) en heel veel bij kleine groepen (complotten). Voorbeelden van dat kleine beetje zijn de dalende vaccinatiegraad en recent het dalend gebruik van de anticonceptie pil. Beide zijn gerelateerd aan nepnieuws. Voorbeelden van veel invloed op kleine groepen zijn de brandstichting in 5G telecom masten in Europa en de bestorming van het Capitool in de VS.
Nepnieuws zorgt dus voor meer dan genoeg narigheid om het beter niet te negeren. Laten we daarom eerst de omvang en de werking van nepnieuws eens nader te bekijken.
De omvang van het nepnieuws probleem
Wat is er te zeggen over de omvang van nepnieuws? Er zijn een aantal onderzoeken uitgevoerd die daar een beeld van geven.
Journolink heeft in 2018 een onderzoek uitgevoerd onder 1.000 mensen in het UK. In dat onderzoek komt naar voren dat 45% van de ondervraagden meent dat ze dagelijks nepnieuws tegenkomen.
Uit rapportage van Facebook die Journolink aanhaalt blijkt dat:
- in het eerste kwartaal van 2018 583 miljoen fake accounts zijn verwijderd.
- het aantal keren dat nepnieuws werd geopend was in 2016 200 miljoen keer per maand. De bestrijding van nepnieuws heeft dat in 2018 doen dalen naar 70 miljoen keer per maand.
https://journolink.com/resource/319-fake-news-statistics-2019-uk-worldwide-data
Buzzfeed heeft in 2016 een onderzoek uitgevierd naar de berichtgeving over de Presidentiële verkiezingen op Facebook. Daaruit blijkt dat op de verkiezingsdag het meer nepnieuwsberichten werden gelezen dan berichten van reguliere nieuwsmedia (8,7 om 7,3 miljoen).
Onderzoekers van het MIT deden onderzoek naar 126.000 stukjes nieuws die via Twitter werden verspreid. Daaruit bleek dat nepnieuws 70% meer kan had te worden verspreid (geretweet) dan feitelijk nieuws. https://science.sciencemag.org/content/359/6380/1146
Onder de titel The Flash Eurobarometer on Fake News and Online Disinformation heeft de EU in 2017/2018 een onderzoek uitgevoerd naar nepnieuws, waarbij 26.576 EU inwoners (telefonisch) zijn geïnterviewd. Belangrijke bevindingen zijn: 37% van de ondervraagden zeg iedere dag nepnieuws tegen te komen en 85% van de ondervraagden ervaart nepnieuws als een probleem voor hun land.https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/final-results-eurobarometer-fake-news-and-online-disinformation
Uit een onderzoek van de University of Houston, uitgevoerd in 2018 onder 755 inwoners van Kenia, Nigeria en Zuid-Afrika blijkt dat 45% van de ondervraagden zegt vaak nepnieuws tegen te komen en ruim 30% zegt dit ook te verspreiden.
https://qz.com/africa/1473127/africas-fake-news-problem-is-worse-than-in-the-us/
Kortom: nepnieuws is een veelvoorkomend verschijnsel, de absolute aantallen zijn enorm en de verspreiding gaat sneller dan feitelijk nieuws.
De verspreiding van nepnieuws
De werking van nepnieuws is niet iets dat zich alleen afspeelt op schimmige websites waar jij en ik nooit komen. Desinformatie verspreidt zich voor een belangrijk deel onbedoeld via het liken of retweeten van foute posts of tweets. Zelfs journalisten maken zich hier wel eens schuldig aan. Het is lastig en veel werk om bijvoorbeeld een bericht te controleren van iemand die vertelt tijdens een demonstratie mishandeld te zijn door de politie. Lastig en veel werk, terwijl je weet dat mensen dit soort berichten graag lezen en over enkele uren verliest het bericht zijn actualiteit.
Een belangrijke bron van nepnieuws zijn ook de groepen die in losse en wisselende verbanden gericht proberen de publieke opinie te misleiden. Soms zitten achter deze groepen overheden of organisaties. In dat geval worden vaak bot netwerken en troll factories ingezet om misleidende berichten geautomatiseerd te verspreiden.
Schadelijke mechanismen
Nepnieuws is dus een omvangrijk verschijnsel, maar hoe veroorzaakt het schade? De schadelijke effecten van nieuwsvoorziening via online platforms treden op door een selectie en kleuring van de primaire informatie over onderwerpen en vervolgens de permanente versterking van standpunten door het presenteren van passende informatie.
De tech bedrijven die in belangrijke mate de kanalen bieden voor de online nieuwsvoorziening hebben er in de eerste plaats belang bij dat je aandacht getrokken wordt en dat gebeurt eerder met click-bait dan genuanceerde berichtgeving en in de tweede plaats dat je aandacht wordt vastgehouden. Dat kan weer het beste met ongenuanceerde berichtgeving die aansluit bij bestaande standpunten. Dit verdienmodel van de online platforms, gecombineerd met onze kwetsbaarheid voor misinformatie maakt dat er sprake kan zijn van onbehoorlijke beïnvloeding. Hoe meer we nieuws tot ons nemen van online platforms hoe minder greep we hebben op de relatie tussen het nieuws en de werkelijkheid.
Lezers van traditionele nieuwsmedia verwachten dat journalisten zorgen voor informatie die waar is en mooi wordt gepresenteerd. In de huidige strijd om de online aandacht gaat het bij informatie niet meer om waarheid of schoonheid, maar om vermaak en/of misleiding. In deze strijd zijn feiten wapens geworden. Voor propaganda of misleiding is het niet nodig om onwaarheden te verkondigen. Slim gebruik van feiten levert vaak betere resultaten op. Slim gebruik (beter: sluw gebruik) van feiten houdt in: cherry-picking (selectief winkelen in een geheel van feiten), uit de context halen en presenteren in een bepaald emotioneel kader. (“Die klimaatdrammers hoeven onze barbecue helemaal niet af te pakken want afgelopen juli was voor Nederland helemaal niet de warmste van deze eeuw”). Dat feiten geverifieerd zijn kan dan zelfs leiden tot een versterking van de misleiding. Verdraaide feiten kunnen in een discussie niet als fout bestempeld.
De belangrijkste mechanismen achter de productie en verspreiding van nepnieuws die tot schade leiden zijn samen te vatten als: op groepen en personen gerichte selectie van berichten, de zogenaamde echokamers, gerichte beïnvloedingscampagnes en radicalisering door gepersonaliseerde aanbevelingen.
Bij echokamers komen mensen in terecht een online bubbel waarin ze alleen nog maar dezelfde meningen zien, met de bijbehorende informatie. Bij beïnvloedingscampagnes worden geprobeerd via grote hoeveelheden berichten van nep-accounts geprobeerd de publieke opinie te beïnvloeden. Dit gebeurt soms door politieke groepen of vreemde mogendheden die hiervoor gespecialiseerde ‘trollenfabrieken’ inrichten.
Bij radicalisering door gepersonaliseerde aanbevelingen gaat het om algoritmen die naar aanleiding van een eerste keuze steeds extremere berichten of belden presenteren.
Bij deze belangrijkste mechanismen horen wel een aantal nuanceringen. Een nuancering die hoort bij de echokamers is dat nieuwsvoorziening via online platforms er ook vaak voor zorgt dat mensen met meer meningen en standpunten worden geconfronteerd dan dat gebeurt bij traditionele media.
Een nuancering die hoort bij de beïnvloedingscampagnes is dat het effect van misinformatie of desinformatie niet moet worden opgevat alsof bij één of enkele berichten iemands mening over een onderwerp ineens verandert. Het tegendeel is waar: mensen zoeken informatie die past bij hun standpunten en sociale media bedienen ze daarbij.
Bovendien is het ook niet zo dat mensen alles wat ze via online media voorgeschoteld krijgen maar voor waar aannemen. Voor een grote groep gebruikers van online platforms geldt dat er voldoende kritisch vermogen is om zich te weren tegen misinformatie.
Toch is het zinvol de mogelijke schade beter in beeld te brengen.
Hoe desastreus is desinformatie?
De ergste vormen van schade als gevolg van nepnieuws worden gevormd door de uitsluiting van groepen, haat en uiteindelijk geweld. In een aantal landen in Afrika is onderzocht hoe extremistische teksten op platformen als Whatsapp hebben geleid tot geweld. (extreme speech). Een preciezere inventarisatie van de schade die nepnieuws op kan aanrichten levert het volgende op:
- Verwarring
Nepnieuws kan ertoe leiden dat grote groepen onwaarheden gaan geloven. Dat kan tot relatief onschuldige gevolgen leiden, zoals groepen mensen die zich ergens melden voor het uitdelen van gratis smartphones tot ernstige gevolgen zoals mensen die denken dat ze met bepaalde kruiden een abortus kunnen opwekken.
Een speciale variant van verwarring zijn de gevolgen van de desinformatie die systematisch verspreid wordt door vreemde mogendheden of politiek-ideologische groepen. Hier gaat het om kapitaalkrachtige organisaties die met inzet van zoveel mogelijk middelen (nepaccounts, neporganisaties, nepsites, personal targetting, AI) proberen verkeerde beeldvorming of verwarring te creëren. - Wantrouwen
Het vertrouwen in nieuwsorganisaties neemt al jaren in bijna alle landen af, maar nieuws dat wordt gevonden via social media en zoekmachines wordt nog minder vertrouwd dan nieuws dat direct van de bron komt. In de landen die werden onderzocht voor het Digital News Report van 2019, heeft gemiddeld 42 procent vertrouwen in nieuws in het algemeen. Nieuws dat wordt gevonden via zoekmachines wordt door 33 procent vertrouwd, en nieuws via sociale media maar door 23 procent. Ook het nieuws dat wel feitelijk juist is, wordt dus vaak gewantrouwd. - Schadelijk gedrag
De onwaarheden van nepnieuws kunnen groepen mensen aanzetten tot gedrag dat schadelijk voor ze is, zoals het weigeren van vaccins of het innemen van schadelijke stoffen omdat die genezing zouden bieden bij Covid-19. - Geweld of misdrijven
Nepnieuws kan ook leiden tot het plegen van geweld of misdrijven, zoals de bestorming van het Capitool in de Verenigde Staten omdat de verkiezingen gestolen zouden zijn of het in brand zetten van 5G masten omdat deze Covid-19 zouden verspreiden. - Cyberpesten
Cyberpesten is de online variant van fysiek geweld. Nepnieuws kan er de aanleiding voor zijn. Cyberpesten kan op vele manieren. Een beperkte vorm van pesten is het liken van onjuiste berichten over mensen of organisaties, een vergaande vorm van cyberpesten is het versturen van bedreigingen. - Reputatieschade
Nepnieuws kan reputaties schade aandoen of onherstelbaar vernielen. De grootschalige herhaling van onjuiste berichten over mensen of organisaties. Zoals bij een Poolse ondernemer die verkleed als kerstman in een paard en wagen reclame wilde maken voor zijn bedrijfje. Zijn paard werd geraakt door vallend stuk ijs en sloeg op hol. Iemand nam foto’s van het ongeluk dat volgde en postte deze. De foto’s werden gebruikt voor een nepnieuws bericht waarin de berijder van de wagen werd beschreven als een dronkaard die de bewoners van het dorp waar het ongeluk plaatsvond in gevaar had gebracht. De ondernemer had daarna geen leven meer en kon zijn bedrijf niet meer voortzetten.
Reputatieschade kan zelfs postuum worden gecreëerd. Zo werd een medewerker van de Democraten in de Verenigde Staten (Seth Rich), nadat hij vermoord was slachtoffer van een samenzweringstheorie dat hij de Democratische partij gechanteerd zou hebben voor geld en daarom door een ‘hitteam’ van de Democraten zou zijn vermoord.
Waarom we kwetsbaar zijn
We zijn niet weerloos tegen nepnieuws, maar wel kwetsbaar. Die kwetsbaarheid komt vooral door hoe onze hersenen met nieuwe informatie omgaan. Wat gebeurt er in je brein als je geconfronteerd wordt met onwaarheden? Maria Konnikova legt het helder uit (https://www.politico.com/magazine/story/2017/01/donald-trump-lies-liar-effect-brain-214658 ): Volgens het standaard verklaringsmodel van psychologen verloopt onze reactie op informatie altijd in 2 stappen: eerst nemen we informatie als waar aan, al was het maar voor fractie van een seconde, pas daarna kunnen we het verwerken (stap 2). Met deze tweede stap bedenken we vervolgens of we de informatie voor waar aannemen (optie 1) of dat we deze verwerpen (optie 2). Probleem is dat ons brein optie 1 automatisch en moeiteloos uitvoert, terwijl optie 2 een zekere inspanning vraagt. En hoe meer dingen ons brein te doen heeft, hoe lastiger het wordt om informatie actief te verwerpen. Desinformatie heeft dus eigenlijk altijd een voorsprong op informatie.
Wanneer we dus worden blootgesteld aan een voortdurende stroom van informatie waar ook misinformatie tussen kan zitten, zoals scrollen door de tijdlijn van je social media, of luisteren naar iemand die veel leugens gebruikt, lukt het niet goed meer om die misinformatie er uit te filteren en actief te verwerpen. Je brein raakt overwerkt en geeft het op om nog te filteren.
Nog een probleem dat ons brein heeft wanneer we ons willen wapenen tegen desinformatie: wanneer een boodschap vaak genoeg wordt herhaald, sluipt deze in ons ons hoofd als waar, ongeacht of de boodschap aanvankelijk als onwaar beoordelen. En herhaling is een middel dat door de nepnieuws bronnen voortdurend wordt ingezet.
Dit effect (illusory truth) gaat nog verder: als een boodschap eenmaal als waar in ons hoofd terecht is gekomen blijft die vaak in stand ook als er ontkrachtende informatie tegenover wordt gezet.
Een derde effect waar verspreiders van nepnieuws gebruik maken is de verbinding van informatie aan emoties. Angst, woede en onzekerheid zijn emoties die voortdurend op de loer liggen. In vroeger tijden hing vaak onze overleving af van deze emoties. Informatie uit nepnieuws bronnen wint daarom sterk aan invloed als het inspeelt op deze emoties. Een bericht over een afrekening in het criminele circuit kan gebruikt worden om angst op te roepen voor bijvoorbeeld bepaalde bevolkingsgroepen, voor immigratie of voor Europese integratie. De standpunten van bezoekers van de nep nieuws bronnen worden beïnvloed door berichten extra lading mee te geven met (veelal) negatieve emoties.
Dan is er nog een krachtig mechanisme dat te maken heeft met groepsdenken. Verkondigers van misleidend nieuw creëren vaak een wij – zij tegenstelling. Naarmate die tegenstelling sterker wordt en dat kan zowel door de behoefte ergens bij te horen, als door de angst voor de andere partij, zijn wij meer geneigd te geloven wat er vanuit onze groep wordt beweerd. Dat effect werkt zowel op microniveau als op macroniveau: Een bericht van bekenden via Facebook of Whatsapp wekt meer vertrouwen dan een bericht van buiten, ongeacht de bron of de onderbouwing. Op macroniveau zijn mensen geneigd om aan te nemen wat een politicus zegt die bij onze groep of partij hoort, eveneens ongeacht de bron of de onderbouwing.
Lijden aan illusies
Nieuwsvoorziening die volledig de waarheid dekt is een onmogelijke eis. Dat lijkt op het sprookje van een koning die de perfecte kaart van zijn land wil en eindigt met een kaart zo groot als zijn land. Er zijn echter wel transparante en gemeenschappelijke kwaliteitseisen die je aan nieuwsvoorziening kunt stellen. Die kwaliteit wordt aangetast door een grote hoeveelheid nepnieuws die zorgt voor serieuze schade. We lijden aan de illusies die nepnieuws oproept. De bestrijding van nepnieuws is helaas niet eenvoudig. Ik kom daarop terug in een volgend artikel.